WAUW, we hebben net te horen gekregen dat we de lege winkel in de Hannie Schaftstraat nr. 39 onze plek wordt voor de voorstelling. In de winkel hangen de herinneringen en de verhalen als het ware nog in de lucht.
Vanochtend hebben we een afspraak met mevrouw van Rixel, de dochter van de kruidenier van de Weijden. Haar vader werkte vroeger als slager bij het Slachthuis, na de oorlog begon hij een kruidenierszaak wat langzaam uitgroeide tot kleine supermarkt. “Zonder winkelwagens, je werd altijd door het personeel bedient.” Het was een echt familiebedrijf; vader, moeder, tante en later de zoon. Mevrouw van Rixel tovert de oude boekhouding van haar vader te voorschijn, in prachtig handschrift met alle leveranciers op een rij. Voor elk product had je toen nog een leverancier. Ze hadden geen kassa, alles werd met de hand -en uit het hoofd verrekent.
Mevrouw van Rixel kwam als jong meisje in de kapperszaak tegenover de kruidenierszaak terecht. Eerst om de haren te wassen en op te vegen, later als kapster. Ze is nu met pensioen en woont nog altijd in haar oude straat. Het huis van mevrouw van Rixel wordt ook in de toekomst gesloopt. De funderingspalen zijn slecht door de lage waterstand. Ze wil best ergens anders heen, maar ze weten nog niet hoe duur het allemaal gaat worden. Bij het afscheid krijgen we een orgel aangeboden. Die kunnen we mooi in ‘onze’ winkel zetten. We voelen ons zeer welkom.
Slagerij Tom Leeuwenburgh (onze buurman) is eigenlijk immigrant uit Rotterdam. Hij heeft het vak van zijn vader geleerd. Die zei: “Hou toch op met die school, als je bij mij komt werken verdien je zo een brommer.” Slager is echt een vak wat van vader op zoon gaat. Tom heeft zelf drie dochters maar die studeren en willen niet in de winkel werken. Dat vind hij goed, want de tijden zijn veranderd.
Zijn specialiteit is zijn bekroonde paardenworst, vanuit heel Haarlem komen ze naar hem toe. Hij verkoopt vers, zelfs biologisch rundvlees, zonder al die e-toevoegingen. Tom begint ’s ochtends om half zes, dan maakt hij alle verse vlees producten . Om half negen gaat de winkel open en om zes uur weer dicht. Hij werkt zes dagen in de week en op zondag kan hij de administratie doen. Tegenwoordig verkopen de afhaalmaaltijden goed, die maakt hij ook zelf. Als je worst kunt maken ben je eigenlijk ook kok. Maar zijn omzet is de laatste jaren met 40% gedaald. Hij kan er gelukkig nog steeds van leven. Er zijn hier veel allochtonen gekomen en die kopen bij hun eigen slagers, want Tom verkoopt varkensvlees.
Hij blijft totdat ze de boel hier gaan slopen en dan houdt hij ermee op. Want er is geen bank die nog in hem gaat investeren. In de toekomst gaan alle kleine winkels verdwijnen, want ook vrouwen werken en iedereen wil het liefst in één keer boodschappen doen. Misschien dat de kleine winkels van de allochtonen nog kans maken, dat zijn ook vaak familie bedrijven waar de kinderen meewerken.
Ben smult van een plak paardenworst die hij gekregen heeft, hij gaat hier nog wel eens terugkomen. Helaas is Brigitte vegetariër, maar ze gelooft hem graag.
Als laatste van de dag brengen we nog een bezoek aan Mart van de Voedingszaak.nl Hij heeft deze winkel een half jaar, met name omdat je gratis kunt parkeren en het is goed bereikbaar. Mart heeft klanten uit het hele land omdat hij adviezen geeft aan mensen met een voedingsallergie. Zijn klantenkring heeft hij via internet opgebouwd. “In de winkel nemen we tijd voor de klanten. Niet zoals in het Kruidvat.” Deze buurt staat niet zo goed bekend in Haarlem, terwijl Mart dit juist een fijne buurt vind. Het is jammer dat de woningen jarenlang niet onderhouden zijn door de woningbouwvereniging, het zijn best mooie ruime flats en goed gebouwd. Nu gaan mensen weg. Ze ontvangen 5.000 euro en moeten zelf een andere woning zoeken. In een aangrenzende buurt is er protest geweest tegen de sloop. In deze buurt is er niemand die zich daarvoor inzet. De gemeente heeft al zoveel prestigieuze en kostbare plannen voor deze wijk ontwikkelt en die gaan toch steeds niet door. Mart snapt niet waarom dit allemaal zolang moet duren. Nu is de sloop alweer uitgesteld.
Mart praat makkelijk met mensen en spreekt jongelui ook aan als ze rotzooi op straat gooien. Mensen zijn tegenwoordig gemakzuchtig, ondernemen niks en houden hun mond als ze zich ergeren. Ze staan daar allemaal maar te zuchten en kreunen in rijen voor de kassa. Mart zet zijn kwaadheid liever om in constructieve ondernemingen: bewustzijn aanwakkeren en daarmee de verantwoording.
Ben Lammerts van Bueren (componist) en Brigitte Defaix (theatermaker)
maandag 23 november 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten