“Elke vooroorlogse arbeiderswoning in de Slachthuisbuurt heeft een grote achtertuin, omdat van de toenmalige bewoners werd verwacht dat ze daar hun eigen groenten kweekten.” vertelt Albert Laterveer ons. We willen graag nog wat meer weten over het ontstaan van de sociale woningbouw in de Slachthuisbuurt, daarom hebben we vanmiddag met hem afgesproken. Dhr. Laterveer werkt ruim 30 jaar bij de wooncorporatie Pré wonen dus hij weet er alles over te vertellen. “Het waren kleine arbeiderswoningen, met veel kamertjes. Jongens en meiden moesten gescheiden slapen. De woonkamper was 4 bij 4, meer ruimte had het gezin niet nodig. In de woonkamer stond een eettafel en 2 fauteuils, één voor pa en één moe, een TV was er niet. Gezinnen met 10 kinderen woonden in huizen die nu verhuurd worden aan 1 persoon. Volgens hedendaagse standaard zijn ze te klein om aan gezinnen verhuurd te worden. Hierdoor wonen er ook veel minder kinderen in de buurt dan vroeger.
De slachthuisbuurt is gebouwd tussen ‘22 en ‘26. De overheid verstrekte na de eerste wereldoorlog leningen aan wooncorporaties om woningen te bouwen. Hoofd openbare werken van Haarlem, dhr. Dumont, (stedenbouwkundige) heeft het grondplan getekend voor de buurt. Hij wilde een groene buurt met veel onderling contact. Toentertijd waren ongeveer 19 kleine woningcorporaties actief in de buurt. Je had ondermeer de Socialistische woningcorporatie ‘Ons belang’, de Gereformeerde woningcorporatie ‘Patrimonium’, de katholieke wooncorporatie ‘Sint Jozef’. De leden van de socialistische toneelvereniging ‘De Vooruitgang’ hadden ook hun eigen corporatie. In de 20er jaren bouwden zij een ‘hofje’ voor hun eigen leden.
Bij toewijzing van de woningen werd naar het inkomen gekeken. De gemeente stelde de regel dat de goedkope huurwoningen alleen beschikbaar waren voor mensen met een laag inkomen. Met weinig geld kon je hier goed wonen. Mensen die meer verdienden moesten verhuizen. Hierdoor is de middenklasse uit de buurt verdwenen. Bewoners van het Rozenprieel (een aangrenzende buurt), kwamen juist op deze lage huren af toen hun buurt in 1960-1970 gedeeltelijk gesloopt werd.
Alle wooncorporaties zijn in de loop van de tijd samengevoegd. Pre wonen, Elan wonen en Ymere bezitten gezamenlijk 2.352 woningen, ongeveer 81 % van het totale woningaanbod in de buurt.
Titia Bouwmeester (regisseur)
vrijdag 27 november 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten